In de peiling: Opnieuw monsterzege voor lokale partijen

Gepubliceerd: 20-03-2018

Uitslag referendum Sleepwet lijkt een bekeken zaak

  • Vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen is de interesse van het algemene publiek voor deze verkiezingen niet om over naar huis te schrijven: minder dan de helft (46%) is geïnteresseerd. Dit is echter relatief: in 2014 lag de interesse op een lager niveau, in 2010 op een ongeveer vergelijkbaar niveau. De opkomstintentie ligt nu, zo vlak voor de verkiezingen, op 52% - beduidend hoger dan in 2014, met de kanttekening dat we toen iets verder voor de verkiezingen peilden.
  • Kiezers kijken net als in 2014 naar eigen zeggen vooral naar lokale thema’s. De lokale partijen lijken dan ook opnieuw verreweg de grootste te worden: circa 30% van de mensen met een partijvoorkeur zegt ‘lokaal’ te gaan. De belangrijkste thema’s zijn: zorg, veiligheid en wonen.
  • Al dan niet geholpen door het gelijktijdig plaatsvinden van de verkiezingen lijkt het referendum voor de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, beter bekend als de ‘Sleepwet’, de opkomstdrempel van 30% ruimschoots te halen. Circa driekwart van de mensen die voor de gemeenteraadsverkiezingen wil stemmen, is eveneens van plan een stem voor het referendum uit te brengen. Daarmee komt de opkomst naar alle waarschijnlijkheid boven de 40% uit. Het ja-kamp heeft afgetekend de beste papieren – ten opzichte van twee weken geleden is het gat met het neekamp alleen maar gegroeid. Opvallend is dat de strijd in de perceptie van de mensen echter nog niet is gelopen.

Bijna helft loopt warm voor gemeenteraadsverkiezingen, opkomstintentie iets boven 50%

De afgelopen raadsverkiezingen zagen we - als we vergelijken met alle edities na 1994 - een dalende tendens in interesse voor deze verkiezingen. Anno 2018 lijkt deze interesse iets hoger dan in 2014: 46% is zeer of tamelijk geïnteresseerd, tegenover 40% een ruime week voor de verkiezingen in 2014.
 
1 | Interesse in gemeenteraadsverkiezingen lijkt ten opzichte van 2014 licht te zijn gestegen…
  1982 1986 1990 1994 1998 2002 2006 2010 Febr 11mrt  jan 5mrt 2018 20mrt
                  2014 2014 2018 2018 2018
  % % % % % % % % % % % % %
Zeer geïnteresseerd 11 7 9 9 11 5 7 5 5 8 8 8 8
Tamelijk 35 37 35 41 48 42 42 41 31 32 33 36 38
Weinig 33 37 37 27 19 43 40 41 46 41 46 42 38
Helemaal niet 22 19 19 23 20 8 9 12 19 18 13 14 15
W.n. \ geen mening - - - - 2 2 1 1 - - - - -
  % % % % % % % % % % % % %
% geïnteresseerd                          
gemeentelijke politiek 45 44 44 50 61 47 49 46 36 40 41 44 46
Momenteel is 52% van de kiezers van plan om ‘zeker wel’ te gaan stemmen. In vergelijking: ruim een week voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 was 46% zeker van plan te gaan stemmen. Het is normaal dat het ‘zeker wel’ kamp stijgt in aanloop naar de verkiezingen. Wel valt het op dat deze groep de afgelopen twee weken is toegenomen. In 2014 was de uiteindelijke opkomst bijna 54%. Als de voortekenen niet bedriegen, zal de opkomst bij deze gemeenteraadsverkiezingen opnieuw tussen de 50 en 56% bedragen - met wellicht een kleine stijging in de opkomst ten opzichte van 2014.  
 

2 | …en hetzelfde geldt voor de opkomstintentie
  1982 1986 1990 1994 1998 2002 2006 2010 Feb. 2014 11mrt 2014 Jan. 2018 5 mrt 2018 20mrt2018
  % % % % % % % % % % % % %
Zeker 79 73 * 68 59 63 65 49 42 46 47 48 52
Waarschijnlijk         15 20 19 23 27 22 25 24 22
Waarschijnlijk niet         7 8 8 13 10 8 11 10 7
Zeker niet         13 5 5 11 10 16 8 9 11
Geen verkiezingen in eigen gemeente         [1] 0 1 1 0 1 0 0 2
Weet niet \ geen mening         6 4 3 13 11 7 9 9 7
       
Daadwerkelijke opkomst % 68 73 62 64 60 58 58 54 54 54 - - -

Drie op tien mensen met partijvoorkeur willen ‘lokaal’ stemmen

Ondanks het feit dat een aantal landelijke partijen (zoals de PVV, PvdD en 50PLUS) in 2018 in veel meer gemeenten zal meedoen dan in 2014, lijkt dit niet ten koste te gaan van de lokale partijen. Integendeel: 29% van de mensen met een partijvoorkeur is voornemens op 21 maart ‘lokaal’ te gaan stemmen. Dit aandeel lokale stemmers is gelijk aan de laatste peiling voor de gemeenteraads-verkiezingen van 2014.

Op ruime afstand volgt de VVD (net als twee weken geleden op circa 14%), waarna op ruime afstand CDA (10%), PvdA (8%), GroenLinks, D66 en ChristenUnie + SGP (alle 7%), SP (6%) en PVV (4%) volgen. Gezien de kleine marges én de onduidelijkheid voor veel respondenten welke partijen nu wel of niet in de eigen gemeenten meedoen is het echter lastig om te zeggen hoe – afgezien van de lokale partijen op één en de VVD op twee – de verhoudingen tussen de partijen liggen.  

Net als in 2014: partijkeuze merendeels gemeentelijk bepaald, zorg weer belangrijkste thema

Kortom: de trend om ‘lokaal’ te gaan zet zich bij deze gemeenteraadsverkiezingen onverminderd voort. Dat zien we ook terug in het feit dat 60% van de mensen met een partijvoorkeur zegt dat vooral de plannen en het beleid van deze partij voor de gemeente de doorslag geven, terwijl niet meer dan 6% (!) vooral kijkt naar de plannen van de betreffende partij voor Nederland en 25% beide even zwaar laat meewegen.

In 2014 liet 65% van de kiezers de gemeentepolitiek prevaleren. Dat betekende destijds een flinke omslag in vergelijking met de verkiezingen van 2002, 2006 en 2010, toen per saldo een meerderheid nog de landelijke politiek de doorslag geven.
 
Kijken we naar thema’s die volgens burgers belangrijk zijn bij de raadsverkiezingen, dan zien we een top twee: zorg (42%) en veiligheid (34%). In 2014 completeerde werkgelegenheid de top drie, nu staat wonen (30%) op een derde plek. Opvallend is dat wonen niet alleen in de overvolle Randstad, maar ook in andere regio’s hoog scoort. 

Referendum: opkomstdrempel wordt gemakkelijk behaald…

Van het Nederlandse electoraat zegt 42% zeker wel te gaan stemmen voor het referendum. Daarmee lijkt de kiesdrempel van 30% gemakkelijk gehaald te worden. Ter vergelijking: een aantal dagen voor het Oekraïne-referendum was 37% zeker wel van plan om te stemmen. Dat werd uiteindelijk 32%.
 
Dat de gemeenteraadsverkiezingen op dezelfde dag plaatsvinden lijkt grote invloed te hebben op het stemmen voor het referendum. Driekwart van de mensen (73%) die voor de gemeenteraad gaat stemmen, gaat ook zeker wel stemmen voor het referendum. Vrijwel niemand (2%) gaat alleen voor het referendum stemmen. 

…en voorsprong voorkamp verder vergroot

Het lijkt er steeds meer op dat de meerderheid vóór de invoering van de nieuwe Wiv gaat stemmen. Vier op de tien (40%) zijn voor, het aandeel tegenstemmers is niet veranderd en blijft staan op een kwart (24%). Als we de mensen niet meetellen die zeggen sowieso niet te stemmen, is 47% voor, 28% tegen en weet een kwart (25%) het niet. Ook de aanzienlijke hoeveelheid twijfelaars lijkt het tegenkamp niet te redden: als we alleen kijken naar de groep mensen die zeker wel gaat stemmen, is 53% voor, 38% tegen en weet 8% het niet. 
 

Opkomst- en stemintentie bij referenda in Nederland
  Oekraïne-referendum
(6 april 2016)
Wiv-referendum
 (21 maart 2018)
  28-3
2016
01-04
2016
28-1 2018 4-3
2018
19-3
2018
Binnenkort wordt er in Nederland een referendum gehouden. Wist u dat vóór deze vragenlijst? 
% Ja, dat wist ik
 
86
 
92
 
35
 
56
 
76
 
Bent u van plan om te gaan stemmen als dit referendum plaatsvindt?
% zeker wel
 
32

37
 
25
 
33
 
42
 
Stel dat u vandaag zou kunnen stemmen, zou u dan voor of tegen (…) stemmen?

% Voor
% Tegen
% ik zou niet stemmen
% weet niet



26
35
13
26
 
 
 
25
45
13
16
 
 
 
32
22
16
30
 
 
 
35
24
15
26
 
 
 
40
24
13
22
Stel dat u vandaag zou kunnen stemmen, zou u dan voor of tegen (…) stemmen?
* exclusief ik zou niet stemmen
% Voor
% Tegen
% weet niet






 
 
 
 
47
28
25

  
Als we vervolgens in willekeurige volgorde (maar in gedoseerde mate) een aantal voor- en tegenargumenten voorleggen blijkt dat bijna de helft (47%) zegt op dit moment voor te willen stemmen en een kwart (26%) tegen.
 
Een aantal argumenten die voorstemmers hanteren:

Omdat ik het belangrijk vind. We slaan een beetje door met die privacywet.”
Omdat ik niets te verbergen heb en veiligheid bij mij een hoge prioriteit heeft.”
“Omdat ik toch hoop dat het dan veiliger wordt in Nederland.”
 
Een aantal argumenten die tegenstemmers hanteren:

“Deze wet geeft veel te veel vrijheden zodat de privacy in het gedrang komt.”
“Heb niet het vertrouwen dat er zorgvuldig met privégegevens wordt omgegaan.”
“Ik sta er niet achter dat van een hele buurt data worden verzameld omdat er een mogelijke verdachte in die buurt zou zijn. Er is nul bewijs dat dit meer veiligheid geeft en het is een grote schending van de privacy.”

Hoewel het voorkamp comfortabel leidt, is de perceptie over de algemene mening een ander verhaal. Over de verwachte uitslag blijft men zeer verdeeld: 33% denkt dat de meerderheid voor zal stemmen. Nota bene een iets grotere groep (36%) denkt echter dat de meerderheid tegen zal stemmen en 31% weet het niet. De gedachte dat een meerderheid tegen zal stemmen, leeft vooral bij de tegenstemmers zelf en - in mindere mate - bij de mensen die niet gaan stemmen. 

Onderzoeksverantwoording

Onderzoeksnummer: D0542. Onderzoeksmethode: TNS NIPObase CAWI.
Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 1.081 Nederlanders (18+) mee (bruto steekproef: n=1.480, respons = 73%).
 
Veldwerkperiode: 14 t/m 18 maart 2018.

De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017. De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer en Nielsen-regio.
 
We benadrukken dat we in deze zetelpeiling met steekproefmarges te maken hebben.

Bij verspreiding of publicatie de bron Kantar Public gebruiken.
 
Voor meer informatie:

Voor meer informatie kunt u terecht bij: 


Manuel Kaal

t. 020 522 53 72
e. manuel.kaal@kantarpublic.com

 

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws van Kantar Public? 

Meldt u nu aan voor de Kantar Public nieuwsbrief >>