Gemeenteraadsverkiezingen gaan opnieuw lokaal, opkomstintentie vergelijkbaar met 2014.
In jaar tijd nauwelijks landelijke verschuivingen
- Een jaar na de Tweede Kamerverkiezingen, aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen, is er niet heel veel in de zetelverdeling veranderd, op de winst voor Forum voor Democratie (van 2 naar 9 nu) na. Het vertrouwen in deze coalitie met bijna een kwart) vergelijkbaar met het vertrouwen in Rutte II na een ongeveer even lange periode.
- Verder lijkt de interesse van het algemene publiek voor de gemeenteraadsverkiezingen nogal lauw te zijn: minder dan de helft (44%) is geïnteresseerd. De opkomstintentie ligt, twee weken voor de verkiezingen, nu op 48% - vergelijkbaar met 2014. De lokale partijen lijken opnieuw verreweg de grootste: 25% van de mensen met een partijvoorkeur zegt ‘lokaal’ te gaan.
- Al dan niet geholpen door het gelijktijdig plaatsvinden van de verkiezingen lijkt het referendum voor de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, beter bekend als de ‘Sleepwet’, de opkomstdrempel van 30% te halen. Het voor-kamp heeft daarbij duidelijk de beste papieren.
Dat blijkt uit onderzoek van Kantar Public, het voormalige TNS NIPO.
Zetelpeiling: SP in eerste maanden van 2018 in lift, peloton van middelgrote partijen
In vergelijking met de laatste zetelpeiling (januari) verandert er weinig aan de verhoudingen. Drie van de vier coalitiepartijen D66, CDA, VVD) blijven op licht verlies staan. De VVD blijft met 30 zetels duidelijk de grootste, maar levert ten opzichte van de stembusgang in maart 2017 in (-3). Datzelfde geldt voor D66 (-4) en CDA (-4).
Wat verder opvalt: vijf partijen (SP, PVV, GL, CDA en D66) staan momenteel ruim binnen de steekproefmarges op een virtueel tweede plaats. Daarachter volgen PvdA en FvD, die nu weer op enige afstand van het peloton aan middelgrote partijen staan.
1 | Zetelverdeling landelijke peiling begin maart 2018
|
TK 2012 |
TK 2017 |
12 juli 2017 |
31 aug 2017 |
18 okt 2017 |
31 jan 2018 |
9 mrt 2018 |
VVD |
41 |
33 |
31 |
31 |
29 |
28 |
30 |
PVV |
15 |
20 |
23 |
22 |
21 |
18 |
16 |
CDA |
13 |
19 |
16 |
16 |
15 |
14 |
15 |
D66 |
12 |
19 |
19 |
18 |
17 |
17 |
15 |
GL |
4 |
14 |
17 |
16 |
15 |
16 |
16 |
SP |
15 |
14 |
13 |
11 |
12 |
15 |
16 |
PvdA |
38 |
9 |
9 |
9 |
10 |
11 |
9 |
CU |
5 |
5 |
5 |
5 |
6 |
6 |
6 |
PvdD |
2 |
5 |
5 |
5 |
6 |
4 |
6 |
50PLUS |
2 |
4 |
3 |
4 |
5 |
4 |
6 |
SGP |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
DENK |
- |
3 |
2 |
2 |
2 |
2 |
3 |
FvD |
- |
2 |
4 |
8 |
9 |
12 |
9 |
Vertrouwen in Rutte III afgelopen maanden tamelijk stabiel
Wat vertrouwen van het electoraat betreft was de start van Rutte III weinig hoopgevend: slechts 26% gaf aanvankelijk de zegen aan deze nieuwe ploeg. Echter: anders dan bij de voorgaande kabinetten Rutte is er sindsdien weinig veranderd: nog steeds heeft circa een kwart (26%) vertrouwen in het huidige kabinet. Het vertrouwen van de eerdere kabinetten Rutte ging in de eerste paar maanden flink onderuit, om vervolgens nooit meer naar het beginpeil terug te keren.
Opvallend is dat nog altijd veel mensen (nog) geen mening over het nieuwe kabinet hebben gevormd: dat geldt voor 14%. Dat percentage is in vergelijking met enkele weken terug iets afgenomen en lijkt zowel ten bate te komen aan de groep met tamelijk veel vertrouwen als aan de groep met heel weinig vertrouwen.
Het huidige kabinet geniet het meeste vertrouwen onder CU-stemmers (71%), gevolgd door VVD- (51%), CDA- (45%) en D66-stemmers (44%). De grootste onvrede over het kabinet vinden we onder mensen die op de SP, Partij van de Dieren of PVV hebben gestemd (respectievelijk 4%, 5% en 8% heeft vertrouwen).
2 | Trend in afnemend vertrouwen bij aanvang kabinet zet licht door
Hoeveel vertrouwen heeft u in de regering ..? |
6 nov 2012
Rutte II |
19 dec 2012
Rutte II |
18 okt
Rutte III |
31 jan Rutte III |
9 mrt
Rutte III |
|
% |
% |
% |
% |
% |
Heel veel vertrouwen |
3 |
1 |
2 |
1 |
1 |
Veel vertrouwen |
28 |
24 |
24 |
22 |
25 |
Weinig vertrouwen |
42 |
47 |
35 |
39 |
38 |
Heel weinig vertrouwen |
16 |
21 |
22 |
19 |
22 |
Weet niet |
11 |
8 |
16 |
18 |
14 |
Matige interesse voor gemeenteraadsverkiezingen, opkomstintentie nu tegen 50%
De afgelopen raadsverkiezingen zagen we – als we vergelijken met alle edities na 1994 – een dalende tendens in interesse voor deze verkiezingen. Anno 2018 lijkt deze interesse iets hoger dan in 2014: 44% is zeer of tamelijk geïnteresseerd, tegenover 40% een ruime week voor de verkiezingen in 2014.
3 | Trend in afnemend vertrouwen bij aanvang kabinet zet licht door
|
1982 |
1986 |
1990 |
1994 |
1998 |
2002 |
2006 |
2010 |
Febr.
2014 |
Mrt 2018 |
Jan. 2018 |
Mrt. 2018 |
|
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
Zeer geïnteresseerd |
11 |
7 |
9 |
9 |
11 |
5 |
7 |
5 |
5 |
8 |
8 |
8 |
Tamelijk |
35 |
37 |
35 |
41 |
48 |
42 |
42 |
41 |
31 |
32 |
33 |
36 |
Weinig |
33 |
37 |
37 |
27 |
19 |
43 |
40 |
41 |
46 |
41 |
46 |
42 |
Helemaal niet |
22 |
19 |
19 |
23 |
20 |
8 |
9 |
12 |
19 |
18 |
13 |
14 |
W.n. \ geen mening |
- |
- |
- |
- |
2 |
2 |
1 |
1 |
- |
- |
- |
- |
|
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% geïnteresseerd |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
gemeentelijke politiek |
45 |
44 |
44 |
50 |
61 |
47 |
49 |
46 |
36 |
40 |
41 |
44 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de voortekenen niet bedriegen, stevenen we (opnieuw) af op een opkomst die tussen de 50 en 60% zal liggen. Wel valt op dat het percentage mensen dat aangeeft ‘zeker wel’ te gaan stemmen de afgelopen weken nagenoeg onveranderd is gebleken (was 47%, nu 48%).
4 | Hoe groot is de kans dat u bij de verkiezingen voor de gemeenteraden gaat stemmen?
|
1982 |
1986 |
1990 |
1994 |
1998 |
2002 |
2006 |
2010 |
Feb. 2014 |
Mrt 2014 |
Jan. 2018 |
Mrt. 2018 |
|
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
Zeker |
79 |
73 |
* |
68 |
59 |
63 |
65 |
49 |
42 |
46 |
47 |
48 |
Waarschijnlijk |
|
|
|
|
15 |
20 |
19 |
23 |
27 |
22 |
25 |
24 |
Waarschijnlijk niet |
|
|
|
|
7 |
8 |
8 |
13 |
10 |
8 |
11 |
10 |
Zeker niet |
|
|
|
|
13 |
5 |
5 |
11 |
10 |
16 |
8 |
9 |
Geen verkiezingen in eigen gemeente |
|
|
|
|
[1] |
0 |
1 |
1 |
0 |
1 |
0 |
0 |
Weet niet \ geen mening |
|
|
|
|
6 |
4 |
3 |
13 |
11 |
7 |
9 |
9 |
|
|
|
Daadwerkelijke opkomst % |
68 |
73 |
62 |
64 |
60 |
58 |
58 |
54 |
54 |
54 |
- |
- |
Kwart van mensen met partijvoorkeur wil ‘lokaal’ stemmen
Ondanks het feit dat een aantal landelijke partijen, zoals de PVV, PvdD en 50PLUS, in 2018 in veel meer gemeenten zal meedoen dan in 2014, lijkt dit niet ten koste te gaan van de lokale partijen. Integendeel: een kwart van de mensen met een partijvoorkeur (25%) is voornemens op 21 maart ‘lokaal’ te gaan stemmen. Op ruime afstand volgt de VVD (14%), waarna op ruime afstand weer een trits andere partijen volgt (CDA, D66, PVV, GL: 8%, SP, CU + SGP 6%, PvdA 5%).
Kijken we naar thema’s die volgens burgers belangrijk zijn bij de raadsverkiezingen, dan zien we een top twee: zorg (40%) en veiligheid (38%). In 2014 completeerde werkgelegenheid de top drie, nu staat wonen (27%) op een derde plek.
Referendum: opkomstdrempel lijkt gehaald te worden, voorkamp op ruime voorsprong
Voor het raadgevend referendum bestaat een kiesdrempel van 30% van het Nederlandse electoraat. Uit onze laatste peiling blijkt dat deze drempel, al dan niet geholpen door het gelijktijdig plaatsvinden van de gemeenteraadsverkiezingen
, nét gehaald gaat worden.
Drie op de tien (33%) Nederlanders geven aan
zeker wel te gaan stemmen voor het referendum. Eind januari was dat nog een kwart (25%). Twee weken voor het Oekraïne-referendum zagen we vergelijkbare cijfers, toen was 32% van plan
zeker wel te stemmen.
Dat de gemeenteraadsverkiezingen op dezelfde dag plaatsvinden als het referendum kan van invloed zijn op de stemintentie. Zo zegt 40% sneller geneigd te zijn te gaan stemmen omdat ze op hetzelfde moment kunnen stemmen als voor de gemeenteraad. De helft (50%) zegt dat dit niet van invloed is.
Het lijkt erop dat de meerderheid vóór de invoering van de nieuwe Wiv gaat stemmen. Ruim een derde (35%) is voor, een kwart (24%) is tegen. Sinds eind januari zien we nog geen verschuiving in deze stemvoorkeuren. Als we vervolgens in willekeurige volgorde (maar in gedoseerde mate) een aantal voor- en tegenargumenten voorleggen blijkt dat bijna de helft (48%) zegt op dit moment voor te willen stemmen en een kwart (25%) tegen.
Opkomst- en stemintentie bij referenda in Nederland
|
Oekraïne-referendum
(6 april 2016) |
Wiv-referendum
(21 maart 2018) |
|
28-3
2016 |
28-1 2018 |
4-3
2018 |
Binnenkort wordt er in Nederland een referendum gehouden. Wist u dat vóór deze vragenlijst? % Ja, dat wist ik |
86 |
35 |
56 |
|
Bent u van plan om te gaan stemmen als dit referendum plaatsvindt?
% zeker wel |
32 |
25 |
33 |
|
Stel dat u vandaag zou kunnen stemmen, zou u dan voor of tegen (…) stemmen?
% Voor
% Tegen
% ik zou niet stemmen
% weet niet |
26
35
13
26 |
32
22
16
30 |
35
24
15
26 |
De argumenten van mensen om voor of tegen te stemmen hebben vooral te maken met veiligheid en privacy:
Voorstemmers:
“Als je niets te verbergen hebt, stem je voor.”
“Dit lijkt mij de enige mogelijkheid om terrorisme vroegtijdig op te sporen.”
“Het opsporen van verdachten voor welk misdrijf dan ook, moet niet worden gehinderd.”
Tegenstemmers:
“Als de veiligheid niet zozeer wordt vergroot vind ik dat niet opwegen tegen de inbreuk op de privacy.”
“De privacy van vele Nederlanders staat op het spel.”
“De regering weet al genoeg van ons en iedereen.”
Over de mogelijke uitslag van het Wiv-referendum is men echter zeer verdeeld: 33% denkt dat de meerderheid voor zal stemmen. Hetzelfde aandeel (33%) denkt echter dat de meerderheid tegen zal stemmen en 34% weet het niet.
Over het plan van het kabinet om het raadgevend referendum af te schaffen is men ook verdeeld: 29% vindt dit een goede zaak, 44% vindt dat niet. Met name PVV-, FvD en SP-stemmers zijn negatief gestemd over afschaffing. De meerderheid van VVD-, CDA- en D66-stemmers zijn positief over afschaffing van raadgevende referenda.
Onderzoeksverantwoording
Onderzoeksnummer: D0542. Onderzoeksmethode: TNS NIPObase CAWI.
Aantal respondenten: aan het onderzoek werkten 1.045 Nederlanders (18+) mee (bruto steekproef: n=1.500, respons = 70%).
Veldwerkperiode: 27 februari t/m 4 maart 2018.
De steekproef is getrokken op basis van de ideaalcijfers voor geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017. De resultaten zijn herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, sociale klasse en politiek stemgedrag bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer en Nielsen-regio.
We benadrukken dat we in deze zetelpeiling met steekproefmarges te maken hebben.
Voor de grootste partij (de VVD, met 19,5%) komt dit overeen met circa twee tot drie zetels.
Volgende week publiceren we op onze site uitgebreider over de gemeenteraadsverkiezingen en het WiV-referendum.
Bij verspreiding of publicatie de bron Kantar Public gebruiken.
[1] Antwoordcategorie in 1998 niet opgenomen
Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Manuel Kaal
t. 020 522 53 72
e.
manuel.kaal@kantarpublic.com
Altijd op de hoogte van het laatste nieuws van Kantar Public?
Meldt u nu aan voor de Kantar Public nieuwsbrief >>